Iresine, ook wel bloedblad genoemd, is een relatief ongebruikelijke plant, maar nog steeds een gave plant. Ik heb deze voornamelijk in botanische tuinen gezien, waar ze opvallen met hun rode bladeren en interessante texturen. In totaal zijn er ongeveer 30 soorten Iresine-planten in het geslacht, allemaal afkomstig uit Zuid-Amerika, met name Brazilië. Ze variëren van kleine tot middelgrote struiken, en de meeste zijn meerjarig.
De bloemen op deze planten zijn onopvallend, bestaande uit kleine groenige of witte bloemen op kleine stengels, maar in plaats daarvan worden ze gewoonlijk geteeld voor hun opvallende gebladerte.
Net als andere vlezige heesters, is het mogelijk om ze kleiner te houden door lange scheuten af te drukken. Qua cultuur zijn dit 'warme huis'-planten die geen lagere temperaturen of koude, droge lucht kunnen verdragen. Ze zijn het best gekweekt in bloembakken of badkamers, die vaak warmte en vochtigheid hebben, of als je een kas hebt, zullen ze daar gedijen.
Groeicondities:
Licht: kleinere planten hebben de neiging om te gedijen in halfschaduw, maar terwijl ze groeien, kunnen ze meer licht verdragen. Ze zijn van nature marineplanten, wat betekent dat ze op de rand van bossen groeien en verschillende lichtniveaus kunnen weerstaan.
Water: regelmatig vocht is essentieel. Het zijn geen waterplanten, dus maak ze niet nat, maar planten zonder voldoende vocht zullen bruine bladranden en vallende bladeren ontwikkelen.
Bodem: elke goede, snel drainerende potgrond zal waarschijnlijk doen.
Meststof: voed met een zwakke vloeibare meststof gedurende het groeiseizoen.
verpotten:
Iresine moet jaarlijks worden verpot tot ze de volwassen grootte hebben bereikt. Daarna kunnen ze om de twee jaar worden verpot of gepropageerd om nieuwe voorraden aan te maken en worden weggegooid.
In het tropische landschap worden ze vaak gebruikt als perkplant, dus het is een leuk effect om een klein klompje in een pot te kweken of ze te laten groeien in een gemengde container met andere tropische planten .
variëteiten:
Van de ongeveer 30 soorten worden er slechts een handvol binnen gekweekt. Deze omvatten:
- I. herbstii. Dit is een grotere plant, afkomstig uit Brazilië, en waarschijnlijk niet de beste kandidaat voor binnengroei. Ze worden 6 voet lang. Ze hebben 3-inch bladeren.
- I. lindenii. Deze struiken blijven ongeveer 3 voet hoog en hebben meer groen en geel in hun bladeren dan I. herbstii. De bladeren zijn gestreept rood en smal. Stunt hen door groeiende scheuten te knijpen.
- I. Wallisii. Dit is een populaire cultivar van I. herbstii, met meer afgeronde bladeren in paars.
Teler Tips:
Afgezien van hun interessante gebladerte, deze planten zijn opmerkelijk voor het bereik van hun gemeenschappelijke namen. Naast bloedblad staan ze bekend als de kippenmaagplant, de biefstukfabriek en andere beschrijvende namen. Ze komen vaker voor op het zuidelijk halfrond, waardoor ze nieuwigheden worden op het noordelijk halfrond. Voor de containerteelt zijn deze planten goede kandidaten om tijdens het warme groeiseizoen naar buiten te gaan en ze vervolgens weer in de winter binnen te brengen.
Vanwege hun lage tolerantie voor koude, droge lucht, moeten ze vaak worden verneveld en in de winter van voldoende warmte worden voorzien. Ze kunnen in de wintermaanden minder licht verdragen, dus plaats ze niet te dicht bij een raam. Iresine is kwetsbaar voor plagen, inclusief bladluizen , wolluis , schaal en witte vlieg. Indien mogelijk de besmetting zo vroeg mogelijk identificeren en behandelen met de minst toxische optie.
Voortplanting:
Bloedblad kan van zaad worden gekweekt als je erin slaagt het zaad te vinden. Ze kunnen het beste worden gekocht bij online bronnen, aangezien deze planten niet bijzonder vaak voorkomen. Ze kunnen ook gemakkelijk worden vermeerderd uit vlezige stengelstekken. Voor het beste succes, neem stekken vroeg in het seizoen, gebruik een wortelhormoon en zorg voor bodemwarmte en een zeer hoge luchtvochtigheid.