Shakespeare-huwelijkslezingen

Zoek een huwelijkslezing tussen de sonnetten en toneelstukken van Shakespeare

We weten allemaal dat de sonnetten en toneelstukken van Shakespeare vol romantiek zijn, dus is het logisch dat Shakespeare een natuurlijke pasvorm is voor huwelijksuitlezingen . Als u een lezing voor uw huwelijk zoekt, overweeg deze woorden van Shakespeare.

Shakespeare-huwelijkslezingen van liefdesgedichten en -zonnetjes

Sonnet 116 staat bekend als het huwelijkssonnet, omdat het een erg populaire keuze is. Maar er zijn enkele minder bekende verzen die ook geweldig zijn voor ceremonieën die geliefden van de bard vergezellen.

Ik ben vooral dol op Sonnet 115, een leuk voorbeeld van Shakespeare humor.

Sonnet 116
Laat me niet naar het huwelijk van ware geesten gaan
toegeven belemmeringen. Liefde is geen liefde
die verandert wanneer de wijziging vindt,
of buigt met de verwijderaar om te verwijderen:
Oh nee! Het is een eeuwigdurend merk.
Dat lijkt op stormen en wordt nooit geschud;
het is de ster voor elke zwervende schors,
waarvan de waarde onbekend is, hoewel zijn lengte genomen is.
Love's not Time's dwaas, hoewel roze lippen en wangen
in het kompas van zijn buigende sikkel komt;
liefde verandert niet met zijn korte uren en weken,
maar draagt ​​het zelfs tot de rand van onheil.
Als dit een fout is en ik heb bewezen,
Ik schrijf nooit, noch heb ik ooit van iemand gehouden.

Sonnet 18
Zal ik u vergelijken met een zomerdag?
Je bent gelukkiger en gematigder:
Ruwe wind schudt de lievelingsknoppen van mei,
En de lease van de zomer heeft een te korte datum:
Soms te warm glanst het oog van de hemel,
En vaak is zijn gouden huidskleur schemerig;
En elke kermis van redelijk soms daalt,
Bij toeval of de veranderende loop van de natuur ongeschikt;
Maar uw eeuwige zomer zal niet vervagen
Evenmin verliest u het bezit van die schone u owest;
Ook zal de Doper niet opscheppen in zijn schaduw,
Wanneer je in eeuwige regels tot tijd groeit word je:
Zolang mannen kunnen ademen of ogen kunnen zien,
Zo lang leeft dit en dit geeft leven aan jou.



"Sonnet 115"
Die regels die ik eerder heb geschreven liegen,
Zelfs degenen die zeiden dat ik niet meer van je kon houden:
Maar toen wist mijn oordeel geen reden waarom
Mijn meest volle vlam moet daarna helderder branden.
Maar rekening houdend met de tijd, wiens miljoen ongelukken
Kruip in 'twixt geloften, en verander decreten van koningen,
Tan heilige schoonheid, botte de scherpe bedoelingen,
Leid sterke geesten om in de loop van het veranderen van dingen;
Helaas!

waarom, uit angst voor Time's tirannie,
Zou ik dan niet kunnen zeggen: "Nu houd ik het meest van je",
Toen ik zeker was van onzekerheid,
Het heden kronen, twijfelen aan de rest?
Liefde is een schat, mag ik dat dan niet zeggen,
Om volledige groei te geven aan wat nog steeds groeit?

"Sonnet 75"
Dus jij bent mijn gedachten als voedsel tot leven,
Of als zoete douches op de grond zijn;
En voor de vrede van u houd ik zoveel strijd
Als 'twixt een vrek en zijn rijkdom wordt gevonden;
Nu trots als een genieter en een anon
Twijfelen aan de leeftijd van het stelen zal zijn schat stelen,
Het is het beste om alleen met jou te zijn,
Dan beter dat de wereld mijn plezier mag zien;
Soms vol met feesten op uw gezicht
En door en door schoon uitgehongerd voor een blik;
Bezittingen of nastreven van geen genot,
Bewaar wat is had of moet is van jou.
Dus ik vertederd en overdadig elke dag,
Of veel overvallers, of alles weg.

Een fragment uit het gedicht Venus en Adonis
Liefde troost als zonneschijn na regen,
Maar het effect van Lust is storm na zon;
De zachte lente van Love blijft altijd fris,
De winter van Lust komt voordat de zomer half is;
Hou van surfeits niet, Lust als een glutton sterft;
Liefde is alle waarheid, Lust vol valse leugens.

( Sommigen kiezen ervoor om alleen de regels over liefde als hun huwelijkslezing te gebruiken:
Liefde troost als zonneschijn na regen,
De zachte lente van Love blijft altijd fris,
Houd van surfeits niet,
Liefde is alle waarheid )

"Sonnet 29"
Wanneer, in ongenade met fortuin en de ogen van mensen,
Ik vertrouw alleen mijn uitgestoten staat
En problemen doof hemel met mijn bootless schreeuwt
En kijk naar mezelf en vervloek mijn lot,
Ik wens iemand die rijker is in hoop,
Uitgelicht zoals hij, zoals hij met vrienden bezit,
Verlangend naar de kunst van deze man en de ruimte van die man,
Waar ik het meest van geniet het minst tevreden te zijn;
Maar in deze gedachten mopperde ik bijna,
Misschien denk ik aan jou, en dan aan mijn toestand,
Graag tot de leeuwerik bij het aanbreken van de dag ontstaan
Van nukkige aarde, zingt hymnes bij de hemelpoort;
Voor uw lieve liefde herinnerde dergelijke rijkdom zich